Geert Teisman: ‘Al die zorg bij elkaar telt niet op tot een gezond systeem’

In de praktijk

In 2000 kreeg 1 op de 27 kinderen jeugdhulp, in 2024 was dat 1 op de 7 kinderen. Jeugdhulptrajecten duren steeds langer, waardoor de kinderen en jongeren die jeugdzorg krijgen plekken voor anderen bezet houden. Er moet iets gebeuren. Nu. Wie lost het op? Geert Teisman over anders denken, anders doen.

Afbeelding bij het artikel van Geert Teisman
Beeld: ©Aanpak Wachttijden

In het sociaal domein werken duizenden jeugdzorgprofessionals. Moeten er met deze toename van instroom nog meer mensen aan de slag?

“Dat is een logische gedachte, maar waarschijnlijk geen oplossing. Veel van de redenen waardoor jeugdigen instromen, liggen buiten het bereik van jeugdzorgprofessionals. De wereld waarin kinderen opgroeien is complex en er kan van alles mislopen. Je kunt opgroeien in een gezin met huiselijk geweld bijvoorbeeld. Er kan sprake zijn van misbruik of verwaarlozing. Misschien woont hij of zij in een buurt met veel criminaliteit. Opvoeding, onderwijs en natuurlijk ook het DNA van kinderen; er zijn veel factoren die kunnen zorgen dat de ontwikkeling schade oploopt of stagneert. Dat deze factoren weer op elkaar ingrijpen, maakt het nog complexer. Veel omstandigheden kunnen we maar deels, en soms helemaal niet, oplossen. Toch komen jongeren met problemen wel meer terecht bij de jeugdzorgprofessional. En nee, dat gaan we niet oplossen met meer personeel of harder werken.”

De jeugdzorg doet dus niet per se iets fout?

“Nee, maar er loopt wel veel mis in de jeugdzorg. Er is sprake van een tragische paradox: organisatie en professionals in de jeugdzorg willen oprecht een positieve rol spelen in een betere opvoeding, ontwikkeling, zorg en bescherming van kinderen en jongeren. Maar al die zorg bij elkaar telt niet op tot een gezond systeem dat de ontwikkeling van jongeren goed ondersteunt. Juist het tegenovergestelde gebeurt, want de verschillende organisaties en professionals in de jeugdzorg frustreren elkaar. Dat leidt tot een jeugdzorg die op veel punten faalt: er zijn problematische wachttijden, kinderen die niet goed worden doorverwezen, worden behandeld of in de keten steeds verder beschadigd raken.”

Kun je een voorbeeld geven dat we het goede doen, maar het uiteindelijk niet goed doen?

“Neem als voorbeeld een gezin waar meerdere problemen spelen, zoals schulden, verslaving en geweld. De problemen van dit gezin zijn enorm, maar de inzet van zorg en hulp ook, want het kost jarenlang veel geld en menskracht. Terwijl het resultaat van die hulp slecht is: 97 procent van de multiprobleemgezinnen zit vier jaar later in dezelfde situatie. We zijn dus heel druk met elke dag problemen oplossen wat achteraf niet effectief is.”

‘Er is veel zorg, maar die zorg bij elkaar telt bij elkaar niet op tot beter zorg’. Waar zit de angel?

“De jeugdzorg bestaat uit een systeem van duizenden zorgaanbieders die bekostigd worden door de gemeenten. Elke aanbieder, van ggz’s, jeugdbescherming en alle plekken waar je terecht kunt voor jeugd- en opvoedhulp, is beperkt tot zijn eigen opdracht, taken en bevoegdheden. Die begrenzing leidt tot gefragmenteerd gedrag, want iedereen moet zich afzonderlijk verantwoorden naar de gemeente als formele geldverstrekker, terwijl het rijk de regels stelt. Het gevolg is een systeem waarin elke instelling muurtjes bouwt, grenzen trekt en zelf probeert te overleven in dit ingewikkelde systeem. Terwijl de kraan van instroom openstaat, zijn er amper prikkels voor een betere preventie, doorstroom of uitstroom. Dan is het logisch dat het systeem oververhit raakt en de zorg op allerlei onderdelen faalt.”

We moeten samen zorgen voor een gezonde jeugd, terwijl organisaties vooral focussen op hun eigen opdracht?

“Ja. In plaats dat we elkaars kennis en kunde benutten, bewaken organisaties hun grenzen. Als bijvoorbeeld een kind in het vizier komt van jeugdbescherming, kijkt zij sec of er sprake is van een onveilige thuissituatie en of zij hun oplossingen moeten inzetten. Dat een eventuele uithuisplaatsing verderop in de keten nieuwe problemen bij het kind kan veroorzaken, nemen ze niet mee in hun besluit. Een organisatie kan dus exact doen wat ze behoort te doen, maar daardoor toch bijdragen aan een falende jeugdzorg.”

We willen fouten oplossen in nieuwe programma’s, wetten en besluiten. Maar nieuwe besluiten zijn niet per se helpend, stel jij. Hoe zit dat?

“Omdat veel besluiten en oplossingen het begin zijn van nieuwe problemen. Dat komt omdat ze onbedoeld negatieve effecten veroorzaken. Een schakeltje omzetten, een wet maken die iets repareert, leidt er vooral toe dat het systeem weer ingewikkelder wordt. Het omzetten van dat schakeltje verstoort processen die al lopen, ook de goede. Het zorgt voor meer regels waaraan moet worden voldaan en meer trechters waar aanpakken in moeten passen. Het effect is dat het systeem steeds moeizamer functioneert. We moeten erkennen dat de vraagstukken in de jeugdzorg complex zijn en om die reden niet opgelost kunnen worden met eendimensionale ingrepen.”

Hoe kan veranderen dan wel?

“We moeten de focus verleggen van het oplossen van problemen bij een jeugdige of gezin, naar herstel, behoud en vergroten van de veerkracht. Veerkracht bij een gezin, maar ook bij het stelsel dat jeugdigen probeert te helpen. Dat stelsel moet zich samenhangend richten op de gunstige ontwikkeling van jongeren en voorbij hun eigen taken, bevoegdheden en targets kijken.”

Werken aan veerkracht in het jeugdlandschap, wat houdt dat in?

“In het huidige systeem werkt ieder voor zich. Hoe we als keten en netwerk samen resultaten boeken voor jongeren en hun omgeving, weten we niet goed. Die cruciale vraag verdwijnt zelfs door de focus op onze eigen taak en bevoegdheid. Toch moeten we, als we het systeem gezonder willen maken, daar naartoe bewegen. We hebben een gezamenlijk doel: we willen jongeren die vastlopen in hun ontwikkeling helpen. Wat centraal moet staan, is de impact die je met elkaar maakt op de gezondheid van jongeren in plaats wat de output is van jouw organisatie. Ook Aanpak Wachttijden zet hierop in, want als je geen aandacht stopt in die gezamenlijke impact blijft het dweilen met de kraan open. Je verandert dan niets aan de fragmentatie in het systeem en blijft symptomen bestrijden.”

Er moet dus iets wezenlijks veranderen?

“Ja, want nu worden partijen in het sociaal domein beloond voor solistisch gedrag. Partijen in de keten hebben er weinig belang bij om elkaar sterker te maken. Het systeem zal pas gezonder gaan functioneren als iedereen, inclusief de rijksoverheid en gemeenten, verantwoording moeten afleggen voor hun gezamenlijke impact, voor de kwaliteit van hun onderlinge samenwerking en voor de waarde die zij als organisatie daarin toevoegen. Het gaat echt om anders aanpakken; anders denken, anders doen.”

In de jeugdzorgketen heeft elke aanbieder specifieke kennis over opvoeding, veiligheid of psychische problemen van een kind, jongere of gezin. Hoe breng je die specialisaties samen onder dat ene doel?

“Dat is een fundamentele vraag. De focus in de jeugdzorg ligt nu op problemen van gezinnen, kinderen en jongeren. Daar is het systeem op gebouwd, zo wordt het betaald. De tragiek is dat het makkelijker is om geld te geven aan problemen die zichtbaar zijn, dan aan het voorkomen van problemen via preventie. We investeren dus veel geld in het laatste deel van de keten waar de problemen groot en zichtbaar zijn, maar waar het ook moeilijk blijkt om resultaten te boeken.”

Investeren in het begin van de keten kan dus veel bijdragen aan gunstige ontwikkeling van kinderen?

“Als we jongeren willen helpen met beter ontwikkelen of hen helpen voordat ze schade oplopen, kan het beter zijn om te investeren in domeinen die buiten de jeugdzorg vallen zoals onderwijs of sport. Maar daarvoor is een meer samenhangend systeem van jeugdondersteuning nodig met professionals die domeinoverstijgend werken. Ook moeten partijen beloond worden als ze erin slagen de instroom in de traditionele jeugdzorg te verkleinen. Pas dan gaat de kraan dichter, nemen de wachttijden structureel af en kan het geld effectiever ingezet worden.”

Hebben we een goed beeld waaraan we moeten sleutelen?

“Nee, want iedere organisatie, inclusief gemeenten, beschikt maar over een klein deel van de oplossing. Jouw ‘beetje’ kennis combineren met de inzichten en kennis van anderen is cruciaal. Zo kom je steeds meer in de richting van een meer compleet en gezamenlijk beeld komt over wat er gebeurt, wat werkt en wat niet werkt. Je ziet ook hoe partijen elkaar in hun gezamenlijke inspanningen sterker of juist zwakker maken.”

Komt er ooit een ‘optimaal plan’ met een ‘ultieme oplossing?’

“Nee, zo’n plan zal altijd lijden aan het ernstige tekort aan kennis, omdat niemand het geheel overziet. Wat nodig is, is een plan van aanpak met politici, bestuurders, professionals, burgers en experts dat kan evolueren door de keten en de tijd heen. Een samenwerking waarin je accepteert dat je de uitkomst niet kunt voorspellen, maar wel kunt garanderen dat je met elkaar verder komt. Aanpak Wachttijden ondersteunt de regio’s bij het bouwen aan dit soort brede platforms waar deze kennis samenkomt en samen wordt gebouwd aan een gezond systeem.”

Welke rol heeft de centrale overheid in het bouwen aan een gezond systeem?

“Als je werkt en stuurt vanuit het gezamenlijke belang van goede jeugdontwikkeling en duurzame verandering, moeten we beseffen we dat we partners zijn van elkaar. De nadruk ligt op gezamenlijke besluitvorming waarin alle partijen meedoen en elkaar serieus nemen in wat zij toevoegen en ook weten dat het organisatiebelang soms domineert. Eigenbelang dat, als het spannend wordt, altijd even voorrang krijgt. Maar zorg dat dit niet lang duurt. Maak daarom vooraf afspraken hoe te reageren bij dit soort terugtrekkende bewegingen. Want als je samen ontvankelijk bent voor groei, creëer je ook samen meer kwaliteit en waarde.”

Lees hier het essay van Geert Teisman

Afbeelding van Geert Teisman
Beeld: ©Geert Teisman

Wie is Geert Teisman?

Prof. dr. ing. Geert Teisman is emeritus hoogleraar Complexe Besluitvorming en Procesmanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en gespecialiseerd in het werken in complexe governance-netwerken en -systemen, zoals samen met Aanpak Wachttijden een onderzoek naar veerkracht van jeugdzorgregio. Hij participeert in diverse innovatienetwerken waar overheid, wetenschap, bedrijven en organisaties samenwerken.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.