Van alle jongeren die dak en thuisloos zijn, heeft 60 tot 70 procent een ‘verleden’ in de jeugdzorg. Vaak zijn dit jongeren die na een uithuisplaatsing in een pleeggezin of residentiële jeugdzorg verbleven, zoals een gezinshuis, kamertrainingscentrum of een (open of gesloten) behandelgroep.
Deze groep jongeren raakt nog te vaak hun woonplek kwijt rond hun achttiende verjaardag. Dat gebeurt omdat op dat moment de betrokkenheid van jeugdbescherming en jeugdhulpverlening eindigt en de zorg onder een andere afdeling bij de gemeente valt. Hier zijn regelmatig geen passende contracten met de verblijfsplekken van deze jongeren.
Vrije val
Ondanks afspraken die hierover zijn en worden gemaakt, zoals het recht op inzet van verlengde jeugdhulp, is voor veel jongeren in deze kwetsbare positie die achttiende verjaardag de dag dat hun vrije val naar beneden start en hun toekomst stil staat. Het is de dag dat ze een dak boven hun hoofd kwijtraken, leven van bank naar bank en volledig afhankelijk worden van mensen die niet per se het goede met ze voor hebben. Ze lopen hierdoor meer risico op schooluitval, uitbuiting, gedwongen criminaliteit en prostitutie, werkloosheid en verslaving. Op alle gebieden van de zogenoemde ‘Big 5’, de leefdomeinen die je nodig hebt om zelfstandig te worden, wankelt het.
Integraal en preventief beleid
De Landelijke Aanpak 16-27 van het Ondersteuningsteam Zorg voor Jeugd (OZJ) ondersteunt gemeenten en regio’s bij het maken van een integraal en preventief beleid ter voorkoming van dakloosheid bij de jongeren die uitstromen uit de residentiële jeugdzorg.
Wat levert de Landelijke Aanpak 16-27 op?
Het voorkomen van jongerendakloosheid doordat gemeenten versneld werken aan duurzame huisvesting en zorg van jongeren die de jeugdzorg verlaten;
Inzicht op betere informatievoorziening en sturing op jongeren in de jeugdzorg en hun woon/zorgbehoefte, door middel van data en monitoring.
Implementatie van de aanpak bij verschillende regio’s; advies en expertise.
Versterking samenwerking betrokken instanties en overheden.
Creëren van meer betaalbare en toegankelijke huisvestingsmogelijkheden van jongeren in een kwetsbare positie, hierdoor terugdringen jongerendakloosheid.
Lees meer over wat jongeren tussen de 16 en 27 jaar nodig kunnen hebben voor extra steun nodig om zelfstandig te worden
Om zelfstandig te worden hebben jongeren een stevige basis nodig op vijf leefdomeinen, ook wel de ‘Big 5’ genoemd: support, wonen, school en werk, inkomen en welzijn. Lees meer over Big 5.
Campagne Samen Jongerendakloosheid Voorkomen
Dat van alle jongeren die dak- en thuisloos zijn de jongeren met een jeugdzorgverleden oververtegenwoordigd zijn, is bekend. Er zijn veel onderzoeken en pilots rond deze groep jongeren ontwikkeld.
Toch lukt het ons niet goed om dit vraagstuk te kraken.
Om die reden startte Landelijk Aanpak 16-27 een campagne om betrokkenen, bestuurders, beleidsmakers en professionals aan te zetten tot bewegen zodat de boodschap ‘Wonen Eerst’ een kreet wordt die we naar deze jongeren kunnen waarmaken.
Landelijke Aanpak 16-27 brengt in zes stappen in beeld wat zij ziet gebeuren en welke oplossingen er zijn:
Campagne samen jongerendakloosheid voorkomen
Dakloosheid voorkomen onder jongeren die jeugdzorg verlaten: een pragmatische, duurzame aanpak die werkt.
We staan met elkaar voor de opgave te zorgen dat de groep jongeren die uitstroomt uit jeugdzorg zodra ze achttien jaar wordt niet hun woon- of verblijfsplek verliest.
Het systeem is echter zo ingericht dat we denken te doen wat zij nodig hebben. Maar die regels, protocollen en afspraken tellen helaas niet op tot een veilige plek voor jongeren om aan hun toekomst te beginnen.
Wat is je invloed als bestuurder, beleidsmaker en professional op dat systeem? Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat Wonen Eerst een kreet wordt die we kunnen waarmaken?
In deze pdf: Hebben we het over lastige jongeren? Of over jongeren die last hebben van het systeem?
Als er in een gemeente hard wordt gewerkt om voor jongeren die uitstromen uit jeugdzorg een passende woon-of zorgplek te vinden, wordt er waardevol werk gedaan. Maar de pijnlijke waarheid: ook werk dat ongemerkt bijdraagt aan jongerendakloosheid.
Iedere jongere die de jeugdzorg met verblijf verlaat, heeft een uniek verhaal. Maar de problemen waarmee zij te maken krijgen rond hun woon-zorgbehoefte, zijn niet uniek. Sterker nog: die zijn vaak hetzelfde.
Toch hebben we allerlei noodoplossingen nodig zodat deze groep ergens kan wonen.
Als we niet gaan werken volgens een structurele aanpak blijven we eindeloos noodoplossingen bedenken zonder het echte probleem op te lossen.
Hoe maak je dit maatwerk wel schaalbaar? Zodat er een efficiëntere en effectievere aanpak ontstaat voor deze groep jongeren die op zoek is naar een duurzame plek om te wonen?
Jongeren in de jeugdzorg verhuizen noodgedwongen veel meer dan jongeren die opgroeien buiten de jeugdzorg. Volgens de inrichting van het systeem moeten zij heen-en-weer verhuizen tussen instellingen met lichte en meer specialistische zorg.
Vanuit zorgperspectief misschien het goede om te doen. Maar voor de jongeren zijn het heel veel verhuizingen waardoor zij jarenlang nergens thuis zijn en zich thuis voelen.
Jongeren die de jeugdzorg verlaten zijn vaak jarenlang altijd ‘even op bezoek’ geweest op de plek waar zij woonden. Wat is hun woon-zorg-behoefte als zij jeugdzorg verlaten? Waar kunnen zij dan wel thuis zijn? Hoe ziet vanaf nu hun toekomst eruit?
Om dit te weten, werken veel gemeenten daarom met een toekomstplan. Maar zijn we bereid daar naar te luisteren? En mee te bewegen? Of zitten we in de ja-maar-reflex? (‘Ik hoor je, maar in jouw geval moeten we eerst …’)
Vraag jongeren daarom naar hun toekomstwensen. Maar doe dat alleen als je bereid bent te luisteren en te zoeken naar passende oplossingen.
Wanneer we ons op tijd focussen op bestaanszekerheid en een stabiele basis voor jongeren die jeugdzorg met verblijf ontvangen die 18 jaar worden, creëren we rust. Bij hen en ook bij alle (zorg)professionals om hen heen.
We hoeven niet ineens een hoop te regelen, te puzzelen en te organiseren. En belangrijker: vanuit die rust kunnen jongeren groeien en zich positief ontwikkelen. Ook de groep die we als meest complex omschrijven.
Laat jongeren in de jeugdzorg met verblijf niet te snel los, maar houd ze ook niet onnodig lang vast. Als je op tijd begint met gesprekken en acties gericht op passend woonzorg-aanbod, is de factor tijd geen bedreiging meer.
Ontschotten, samenwerken met andere domeinen, op tijd beginnen, bestaanszekerheid eerst ... We weten wat er nodig is om jongerendakloosheid bij jongeren die jeugdzorg met verblijf ontvangen te voorkomen. Maar waarom is anders doen toch zo lastig? Waarom blijven we vaak doen wat we doen, zodat we krijgen wat we kregen?
Lees hoe verandering alleen kan ontstaan als we zien dat ieder van ons een onderdeel is van het probleem en dus ook onderdeel van de oplossing.
We zijn namelijk allemaal schakels in hetzelfde systeem. Als mens in dat systeem kunnen we veranderen én we kunnen als mens het systeem veranderen.
Je hebt verrassend veel invloed, als je het maar ziet.
In de daklozenopvang zijn jongeren met een jeugdzorgverleden oververtegenwoordigd.
Dat weten we, we staan erbij en we kijken ernaar. Kan het anders? Ja! Als Landelijke Aanpak 16-27 hebben we in de publicatie Wie niet past, loopt vast dit vraagstuk geagendeerd en via zes inzichten doorkijkjes gegeven hoe het wel anders kan.