Arnhem maakt standaardisatie tot sleutel voor maatwerk in de jeugdzorg

In de praktijk

De gemeente Arnhem experimenteert sinds dit jaar met een nieuwe manier van samenwerken door standaardisatie: minder bureaucratie en meer vertrouwen. Samen met jeugdzorgaanbieders zoals Entrea Lindenhout wordt ingezet op gedeelde verantwoordelijkheid en maatwerk. ‘Standaardisatie betekent een einde aan versnippering. Dat geeft hoop, ondanks de uitdagingen’, aldus Bob Roelofs (gemeente Arnhem). Samen met Kirsten von Piekartz, Gert-Jan van Vorst en Marjan Boertjes licht hij toe waarom dit belangrijk is.

Afbeelding van geïnterviewden: Marjan Boertjes, Bob Roelofs, Gert-Jan van Vorst en Kirsten von Piekartz
Beeld: ©Marjan Boertjes, Bob Roelofs, Gert-Jan van Vorst en Kirsten von Piekartz

Bob Roelofs zit in zijn tweede termijn als wethouder bij de gemeente Arnhem en heeft zo goed als al die tijd de portefeuille jeugdzorg onder zich. Hij maakt zich zorgen over hoe het eraan toe gaat in de jeugdzorg. Hij ziet dat het sinds de decentralisatie van de zorg niet de goede kant op gaat: lange wachtlijsten, een groot personeelstekort en kosten die alsmaar oplopen. ‘Dat moest gewoon anders’, zegt Bob. ‘Het experimenteren met een andere vorm van samenwerking aan de voorkant is nu een onomkeerbaar proces.’

Marjan Boertjes, bestuurder bij Entrea Lindenhout, beaamt dat de gemeente en jeugdzorgaanbieders elkaar daarop hebben gevonden. De relatie is niet traditioneel, zoals bij opdrachtgevers en opdrachtnemers. Sinds de gemeente met een aantal sleutelaanbieders samenwerkt, gaan de gesprekken niet alleen over geld, maar over wat iedereen kan betekenen. ‘Zorg is markt. Maar in deze nieuwe vorm van samenwerken gaan we uit van het gemeenschappelijke belang. En dat we er zijn voor de meest kwetsbare kinderen. Het liefste verdienen we geen geld aan de jeugdzorg.’

‘Een veilig thuis voor een kind is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van iedereen. Niet alleen van de jeugdzorg.’

Gedeelde verantwoordelijkheid

Dat is soms nog best wennen, geeft Kirsten von Piekartz toe. ‘De gemeente is traditioneel gezien een geldschieter. Dan is het de vraag hoe je gelijkwaardig samenwerkt. Er zijn genoeg dingen die dan nog lastig zijn. Maar de lijntjes zijn in ieder geval kort en daardoor gaat het onderling afstemmen makkelijker.’ Gert-Jan van Vorst, contractmanager bij Entrea Lindenhout, is ook hoopvol over de weg die ze zijn ingeslagen. ‘Het enthousiasme en de gedrevenheid van iedereen maakt dat dit werkt, ook al kunnen we dat nog niet met data bevestigen.’

Wat de samenwerking volgens Bob vooral typeert, is dat welzijn veel meer centraal staat. ‘De omgeving van een kind is niet alleen een hulpverlener’, vertelt hij. Daar horen ouders en verzorgenden ook bij, net zoals sociale wijkteams, sportclubs, leraren en buren. Die community zijn we een beetje uit het oog verloren. De overheid heeft hoge zorgkosten door bijvoorbeeld vechtscheidingen. Daar kan de jeugdzorg niet als enige iets in betekenen. De wijkteams spelen een cruciale rol, omdat de toegang via hen komt. Maar een veilig thuis voor een kind is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van iedereen. Niet alleen van de jeugdzorg.’

‘In de basis gaat samenwerken in de regio over gezien worden. Niet alleen het gezin, maar ook de jeugdzorgprofessional.’

Een vertrouwd gezicht

In 2021 begon Arnhem met de VAV-trajecten (Vertrouwd, Aanwezig, Veilig). In de trajecten is er voor elk gezin één hulpverlener voor álle vragen. Een vertrouwd gezicht, bijna als extra gezinslid voor zolang het nodig is. Het uitgangspunt is dat de hulpverlener blijft totdat de situatie is veranderd, niet als het traject is afgelopen. ‘Ik hoorde verhalen van kinderen die soms wel 32 keer hetzelfde gesprek voerden met een andere hulpverlener’, vertelt Bob. ‘Met een VAV’er is dat niet meer nodig. Hierdoor hebben we behalve 3,5 ton in euro’s bespaard, ook ervoor gezorgd dat veel kinderen niet uit huis geplaatst hoeven te worden.’

Niet gelijk behandelen

Gert-Jan begrijpt best dat het voor een leek niet meteen duidelijk is wat een VAV-traject met standaardisatie heeft te maken. Volgens hem zorgt standaardisatie er juist voor dat het mogelijk is om één hulpverlener aan een gezin te koppelen. Voor de zorgvormen regionaal moeten worden ingekocht, worden er standaarden ontwikkeld voor registratie, declaratie en verantwoording.

Standaardisatie vermindert de administratieve lasten voor gemeenten, aanbieders en jeugdzorgprofessionals. Hierdoor houden zij meer tijd over voor waar het echt om gaat: goede zorg voor de jeugd. ‘Op dezelfde manier werken in de regio zorgt ervoor dat we juist gericht kunnen werken en elk gezin kunnen helpen op de manier die het beste bij hun past.’ Marjan voegt daar instemmend aan toe:

‘Ik parafraseer klinisch geneticus Hans Galjaard: je kunt mensen niet gelijk behandelen, als ze ongelijk zijn. Daarom is het belangrijk om écht te kijken naar de situatie van elk gezin.’

Een goed vangnet

Arnhem creëert met het werken met sleutelaanbieders een trendbreuk. Bob hoopt dat hierdoor ook het beeld van de jeugdzorg in het publieke oog verandert. ‘Doordat we als gemeente aangeven met welke vaste jeugdzorgaanbieders we in de regio werken, kunnen we zorgaanbieders beter ondersteunen. Natuurlijk is elke casus in de jeugdzorg er één te veel. We gaan ook niet ervan uit dat we alles kunnen oplossen. Wel zien we het als onze taak dat we voorzieningen hebben in de regio voor een fijn thuis voor elk gezin. En als dat niet lukt, moet er een goed vangnet zijn.’

‘Ik denk dat we daarom de druk voelen en de ambitie hebben om dit te laten werken’, vult Kirsten aan. ‘Wij staan achter elke jeugdzorgaanbieder met wie we samenwerken. Ook als de uitkomst niet is zoals we zouden willen. In de basis gaat samenwerken in de regio dan ook over gezien worden. Niet alleen het gezin, maar ook de jeugdzorgprofessional.’

Tips van Bob, Kirsten, Gert-Jan en Marjan:

  • Heb het lef om het anders te doen. Veranderingen zijn altijd spannend, maar iets blijven doen om het blijven doen, brengt je niet verder.
  • Wees niet bang om verantwoordelijkheden en taken goed af te bakenen. Niet voor alle problematiek is jeugdzorg nodig. Ook scholen, ouders en sportclubs spelen een rol in een fijne omgeving creëren voor een kind.
  • Dwing het gesprek met de gemeente, zorgaanbieders en andere partijen af en reflecteer met elkaar op wat er wel en niet werkt. Het geeft vertrouwen als je elkaar durft aan te spreken.
  • Kijk ook eens buiten je gemeente rond. Niet alles kun je in je eigen gemeente toepassen, maar andere praktijkvoorbeelden geven misschien wel een beeld van hoe het ook kan.

Ketenbureau i-Sociaal Domein

Het Ketenbureau i-Sociaal Domein ontwikkelt en beheert al standaarden die toegepast kunnen worden, zoals Contractstandaarden, I-standaarden, Standaard Administratieprotocollen (SAP's) en Accountantsprotocol. Deze standaarden zijn te vinden via de website van het Ketenbureau. Als gemeenten en aanbieders deze goed en eenduidig gebruiken, scheelt dat al veel qua administratieve lasten. Het Ketenbureau kan desgewenst partijen ondersteunen adviseren bij implementatie.

Standaardisatie in de Hervormingsagenda Jeugd

Eén van de belangrijkste ambities uit de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 is het vereenvoudigen van de inkoop van jeugdzorg.

Standaardisatie vermindert de administratieve lasten voor gemeenten, aanbieders en jeugdzorgprofessionals, waardoor zij meer tijd overhouden voor waar het echt om gaat: goede zorg voor de jeugd. Door een ‘eenheid van taal’ te creëren, gebruiken alle gemeenten dezelfde productcodes en definities, wat ervoor zorgt dat iedereen op dezelfde manier werkt. Bovendien maakt deze standaardisatie het mogelijk om de (hoog) specialistische jeugdzorg regionaal in te kopen, wat samenwerking tussen gemeenten bevordert en de kwaliteit van zorg ten goede komt.

Meer informatie over de Hervormingsagenda Jeugd

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.