Retrospectieve casusanalyse Eindhoven
In de praktijk
Wie betrokken is bij jeugdzorg wil het liefst dat ieder kind goede ondersteuning krijgt en daar niet te lang op moet wachten. Maar hoe bereik je dat? Voor betere jeugdzorg in de toekomst is grondig en eerlijk terugkijken een must.
In Eindhoven begeleidde Aanpak Wachttijden om die reden vier retrospectieve casusanalyses. Wat levert terugkijken op voor de zorg van morgen? We vroegen het aan Eva Methorst (beleidsadviseur specialistische jeugdhulp gemeente Eindhoven), Marije van Nifterink (Ontwikkelaar Jeugd & Onderwijs bij WIJeindhoven) en Renate Beijers (Kwaliteitsborger Vakinhoud bij WIJeindhoven).
Overleggen rondom de zorg van kinderen, jongeren en gezinnen vinden we belangrijk, desondanks zijn ze vaak kort en hectisch. Herken je dit?
Renate: “Er wordt vaak en veel overlegd, zeker in crisissituaties. Maar in de hectiek van alledag is er vaak weinig tijd om echt diep in te gaan op het hele verhaal en achterliggende vragen. Binnen deze hectiek voel je een druk om met snelle oplossingen te komen. Er wordt dan te weinig tijd genomen om breed te kijken en te vertragen, terwijl dat juist dan nodig is.”
In de retrospectieve casusanalyses was die tijd er wel. In een leersessie van ruim drie uur werd met alle partijen die bij een casus betrokken waren, de gemeente, het wijkteam en de zorgaanbieders, grondig gekeken naar één casus: wat gebeurde er, welke besluiten waren er genomen en door wie? Welke informatie is niet gezien of niet benut?
Marije: “Dat je met elkaar in een ruimte zit en de tijd neemt om over een situatie te spreken waarbij het géén crisis is, is een van de succesfactoren van zo’n analyse. Normaal spreek je elkaar vooral in situaties waarin er gisteren al iets had moeten gebeuren. Nu was er tijd om alle perspectieven op tafel te leggen in een anonieme casus. Pas dan zie je dat iedereen vanuit zijn eigen koker, werkwijze en aannames naar de casus heeft gekeken en gehandeld. Dan zie je ook duidelijk dat dit niet altijd helpend was voor het kind of de jongere. Dat is natuurlijk heftig voor alle betrokkenen aan tafel. Zeker als blijkt dat beslissingen, zoals een uithuisplaatsing, misschien niet nodig was geweest als je die perspectieven wél had gekend. Zo’n retrospectieve leersessie is dus een kwetsbare bespreking. Een veilige setting is voor alle betrokkenen een voorwaarde om dit te doen.”
Kunnen jullie een voorbeeld geven van een veranderend inzicht dat ontstond?
Renate: “In een tijdlijn die er gemaakt werd, viel ons oog op het woord ‘inzetten’. Deze hulp was ‘ingezet’, daarna was andere hulp ‘ingezet’ en toen dat niet lukte, werd er door een ander weer iets nieuws ‘ingezet’. We zagen dat we met de beste bedoelingen druk waren geweest hulp in te zetten om het gedrag van dit kind te veranderen. Steeds werd er iets nieuws bedacht door hulpverleners, school of ouders. Maar, en dat was heel confronterend, niemand had gekeken wat er onder die ijsberg zat: Wat vertelde het gedrag van het kind ons? Waardoor was het gedrag ontstaan? Hadden we goed genoeg in beeld gehad hoe de gezinssituatie, omgeving en het verleden eruitzag? Hoe keek het kind er zelf naar? En dus: paste de geboden hulp wel bij de vraag en situatie? Het bleek dat we soms essentiële informatie hadden gemist, omdat we niet het hele verhaal van het kind, de omgeving en het netwerk goed in beeld hadden.”
Waarom is de retrospectieve casusanalyse een instrument tegen wachttijden in de jeugdzorg?
Eva: “Het blijkt dat jeugdigen soms dubbel moeten wachten. Ze staan eerst op de wachtlijst om een zorgtraject te starten. Vaak blijkt dat ze daarna andere hulp nodig hebben en weer op een wachtlijst komen. Ook bleek dat de hulp niet altijd passend was. Dit is voor een kind of jongere allemaal verloren tijd. Omdat we de ambitie hebben dat we beter en scherper willen doorverwijzen, wilden we onderzoeken hoe de verwijzing beter kan en hoe we door betere samenwerking betere zorg kunnen bieden. We moesten dus goed onderzoeken waarom zorg is gelopen zoals die is gelopen. Dat mondde uit in deze retrospectieve casusanalyses: Hoe liep het jeugdhulptraject vanaf de start? Hoe is er verwezen? Hoe is er gehandeld? Wie deed wat wanneer en waarom? Alleen zo kunnen we lessen trekken voor de toekomst.”
Ondanks dat je als professionals samenwerkt rond een gezin of kind, blijkt dat je elkaars werkwijze niet goed genoeg kent en dat dit elkaars werk frustreert?
Marije: “In de dagelijkse hectiek ontbreekt de tijd om grondig naar andere redenaties te luisteren en je eigen redenaties ter discussie stellen. Omdat we in de analyse de tijd namen om al die stappen goed door te spreken, gunden we onszelf wél tijd om van elkaar te leren. Je kunt alleen door anders leren, anders doen. We hebben dus het ijzer gesmeed terwijl het koud was. Dat leverde inzichten op voor casussen van vandaag en morgen waarin wel sprake is van hectiek.”
Deze manier van werken toont ook dat professionals niet alwetend zijn. Je mag blijven leren.
Renate: “Die grondhouding is essentieel, want we gaan vaak maar door op eigen overtuigingen en werkwijzen. Dit leidde ook tot een gesprek over een zogenaamde ‘stopknop’. Wanneer druk je als professional op de die knop om te zeggen: ik ga nu niets beslissen. Een moment dom eerst alle perspectieven in beeld te brengen en met elkaar de tijd te nemen om naar de situatie te kijken om vervolgens hier samen met jongeren en hun omgeving besluiten te nemen.
Marije: “Daarom is het goed dat we deze leersessie en casusanalyses blijven doen en daar ook de tijd voor krijgen. Zo leren we steeds beter tussen al die zorg-eilandjes heen-en-weer springen tussen instellingen en ook domeinen zoals zorg en onderwijs.”
Is het belangrijk dat je elke keer alle betrokken behandelaars en verwijzers aan tafel krijgt?, want dat kost best veel tijd.
Eva: “Ja! Het hele verhaal in beeld krijgen, verschillende perspectieven onderzoeken en elkaars motieven kennen: het kost tijd, maar is essentieel. Daarom moeten we niet alleen zeggen dat het belangrijk is, maar daar ook echt uren voor vrij maken zodat het gebeurt. We lijken soms te vergeten dat beleidsmakers, zorgaanbieders en de zorgprofessionals afhankelijk zijn van elkaar. En als je vindt dat je anders met elkaar moet werken, is het belangrijk dat je erkent dat je op verschillende plekken en niveaus invloed uitoefent op een jongere of een gezin. En ook dat was een belangrijk inzicht van deze casusanalyses; we zagen dat investeren in elkaar, ook investeren is in betere zorg.”
Praktijklijn
De Praktijklijn van Aanpak Wachttijden, biedt leersessies en analyseert samen met de jeugdzorgregio zorgtrajecten van kinderen en jongerenop de wachtlijst. Zo onderzoekt zij waar hardnekkige vraagstukken zich voordoen in de praktijk. Met dit inzicht worden aanknopingspunten gevonden die verbetering bieden en/of kinderen en jongeren te helpen om sneller ondersteuning te vinden die past bij hun zorgvraag.
Bron: sociaaldomeinonline.nl
Meer weblogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.