Staatssecretaris bezoekt Blijvend Veilig

De debatten in de Tweede Kamer van de afgelopen dagen illustreren nogmaals hoe gecompliceerd kind- en gezinsbescherming is en hoe groot de noodzaak tot verbetering. Niet alleen op de lange termijn, maar vooral: nu. De Kamerbrief van 13 mei jl. noemt meermaals het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, een visie op een nieuwe manier van werken in de kind- en gezinsbescherming. Deze visie wordt in de praktijk beproefd door verschillende regio’s en proeftuinen.

Afgelopen maandag bezocht staatssecretaris Maarten van Ooijen, samen met brede vertegenwoordiging van het ministerie van J&V en van VNG, daarom één van die proeftuinen: Blijvend Veilig in Amsterdam.

bezoek staatssecretaris
Beeld: ©Toekomstscenario

In het Toekomstscenario staat het gezin – ook dat zonder kinderen – altijd centraal. Juist daarom werd Van Ooijen door Hanneke Bakker (directeur/bestuurder Blijf Groep) ontvangen in het Oranje Huis, een plek voor crisisopvang, begeleid wonen en ambulante ondersteuning. Ook wethouder Simone Kukenheim, bevlogen ambassadeur van het Toekomstscenario, was aanwezig, net als vertegenwoordigers van de andere opdrachtgevers van het Toekomstscenario – het ministerie van J&V en de VNG.

Vaste contactpersonen, gezinnen centraal

In de proeftuin Blijvend Veilig werken professionals van Veilig Thuis, Gecertificeerde Instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en de Blijf Groep samen om kinderen en volwassenen hulp te bieden en te beschermen als dat nodig is. Zij werken intensief samen met de lokale teams.

Daarin volgen de professionals de hoofdlijnen van het Toekomstscenario: meer gericht op het gezin (het hele systeem), met vaste contactpersonen en inbreng van deskundigheid van een regionaal veiligheidsteam. Professionals van de diverse organisaties werken vanuit één team; binnen dat team is er geen differentiatie meer in het werk.

Persoonlijke ontmoetingen

Tijdens het werkbezoek maakten de bezoekers op drie niveaus kennis met die nieuwe manier van werken:

  • in het gezin
  • vanuit de professionals
  • vanuit de bestuurders

In een klein gezelschap zochten de genodigden met elkaar naar antwoorden op vragen als: wat doen de professionals anders, wat merken de gezinnen daarvan en wat betekent dat voor de bestuurders? Wat hebben deze groepen nodig van elkaar en van de bewindspersonen?

Uit het leven gegrepen

In een besloten, intieme setting sprak de staatssecretaris met twee ouders die met hulpverleners te maken hebben. Zij schetsten in zeer persoonlijke verhalen hun situatie, duidden hun hulpvraag en spraken over wat zij nodig hebben en verwachten van hulpverleners.

De gesprekken met de cliënten lieten goed de complexiteit van het werk zien, waarin de verschillende posities en ervaringen binnen één gezin met elkaar kunnen schuren en botsen. De cliënten hebben veel meegemaakt en een vertrouwensband met de hulpverleners van Blijvend Veilig kan naast eenzaamheid en wantrouwen staan.

Professionals over de dagelijkse praktijk

In het tweede deel van het werkbezoek namen de professionals het woord. In kleine groepjes spraken Van Ooijen en de andere bezoekers met de medewerkers van Blijvend Veilig.  Aan de hand van een concreet verhaal van een gezin/huishouden lieten zij zien hoe de nieuwe werkwijze er in de praktijk uitziet. Wat goed gaat en wat nog niet? Maar ook welke ruimte de nieuwe werkwijze hen biedt om samen met het gezin op zoek te gaan naar andere oplossingen. Dat leidt tot mooie resultaten en ook tot confrontaties, waarin de hulp die nodig is niet kan worden geboden.

Rol van de politie

Ook de politie is bij Blijvend Veilig aangesloten. De politie werd in het werkbezoek vertegenwoordigd door Sander van de Koot (districtschef eenheid Amsterdam district Zuid). Sander vertelde al eerder in deze podcast over het werken met de teams in de proeftuin. Van der Koot:

Waar ik echt op hoop is dat er teams in de wijk zijn waar de wijkagent letterlijk naartoe kan lopen en kan zeggen: Ik heb een gezin en daar is een probleem. Laten we samen naar dat gezin gaan en kijken wat er nodig is om meer veiligheid te bieden.

Vertrouwen

In een gezin waar de professionals samen met Maarten van Ooijen over spraken, lag de nadruk vooral op vertrouwen. De professional:

In de proeftuin neem ik meer tijd en ruimte om bij het gezin op de bank te zitten en een basis voor vertrouwen te leggen. Zo kan ik veel beter zien wat er nodig is. Om met de gezinsleden weer terug naar de basis te gaan: wat is er nodig zodat je een goede vader, een goede moeder voor je kinderen kunt zijn? Daarbij is soms stevige begrenzing nodig; zo hebben we een vader de voorwaarde gesteld om zich te laten behandelen. Maar we lopen aan tegen de grenzen van wat dan mogelijk en afdwingbaar is.

Samenwerken met het lokaal team

In een ander voorbeeld stond het lokaal team aan de basis van de samenwerking met het gezin; dat gezin werd door dat team opgeschaald naar Blijvend Veilig. De professional:

Het motto in dit gezin was vertragen, verdragen en verrijken. Dat betekent: geen foto maken, maar de hele film bekijken. Zo leggen we patronen bloot en krijgen een beter beeld van wat er écht aan de hand is. Om dan adequater hulp te bieden, vanuit een duo dat samen optrekt. Dat stuit op morele dilemma’s, maar we zien dat als er in deze fase een goede analyse wordt gemaakt, daarna alleen nog een toets nodig is als een ondertoezichtstelling wordt overwogen. Niet een heel raadsonderzoek.

In gesprek met bestuurders

De dag sloot af met een geanimeerd gesprek met bestuurders onder leiding van Hanneke Bakker en Sigrid van de Poel (bestuurder Jeugdbescherming Regio Amsterdam). Bestuurders vertelden over wat het Toekomstscenario voor hen betekent en wat zij nodig hebben om het Toekomstscenario verder te realiseren, op een grotere schaal dan in de proeftuin.

In dit plenaire gesprek werden verschillende perspectieven naar voren gebracht, maar over de complexiteit van de opgave was men het roerend eens. Simone Kukenheim:

We willen het met elkaar anders doen, maar dat is niet altijd mogelijk binnen de huidige wetgeving. De opdrachten van individuele organisaties staan haaks op wat nodig is voor Toekomstscenario. Versnelling is wenselijk, bijvoorbeeld met experimenteerwetgeving. Geef ons de ruimte, we hebben iets moois in handen!

Bestuurders benoemden ook nadrukkelijk de keuzes vanuit problemen van de gezinnen in relatie tot arbeidsmarktproblematiek. Zij zien de grootste preventie in het inzetten op ouders die hun opvoedtaak niet goed aankunnen. Ook de samenwerking met de (volwassenen) GGZ is een belangrijk onderwerp: “De volwassen GGZ komt amper in beweging als er geen diagnose is. De DBC-systematiek leidt tot onduidelijkheid over of het toeleiding of behandeling is. Op kleine schaal gebeurt het al wel, maar ook de financiering is een grote barrière. Een ander obstakel is dat ouders niet verplicht zijn om mee te werken. Als ze niet willen, kunnen we niets.”

In navolging van minister Weerwind van JenV benadrukte ook Van Ooijen ­­­de noodzaak tot versnellen:

Dit is het momentum voor een doorbraak. Ik wil versnellen. En dat moet samen met de mensen uit de praktijk; met z’n allen kunnen we dit verder brengen.

Wederzijds begrip

De staatssecretaris sprak van een leerzame en inspirerende bijeenkomst. Ook de cliënten, professionals en bestuurders keken terug op een succesvol werkbezoek met wederzijdse aandacht en een luisterend oor van de bezoekers.