Interview met Andrea Wildeboer - Aanpak Wachttijden Rijnmond

In de praktijk

Hoe weet je als gemeente hoeveel en hoe lang kinderen en jongeren op een wachtlijst staan? Het simpele antwoord: tellen en bijhouden. Maar zo simpel als dat klinkt, zo gecompliceerd is die werkelijkheid. In veel jeugdzorgregio’s moet de stap naar inzicht en overzicht van data nog gemaakt worden. In Rijnmond is die stap al wel gezet.  Dertien gemeenten, waaronder Rotterdam, werken samen en koppelen data van jeugdhulpaanbieders over wachttijden en delen die met jeugdhulpaanbieders en bestuurders. Andrea Wildeboer (data- en informatiespecialist Gemeenschappelijke Regeling Rijnmond) verzamelt, verwerkt en ontsluit die data in de ‘Monitoring wachttijden'.

"Als je geen data hebt, reageer je alleen op signalen en incidenten, maar krijg je nooit een totaal beeld van de groep."

“Al voordat de aanpak wachttijden hier van start ging, waren wij in 2016 een pilot gestart met het verzamelen van data van wachttijden. Dit was een nadrukkelijke wens van de politiek. Zij wilde deze cijfers hebben om beter de inkoop te kunnen afstemmen en de instroom te volgen om te weten waar de knelpunten zitten. Als je geen data hebt, reageer je alleen op signalen en incidenten, maar krijg je nooit een totaal beeld van de groep.”

Wildeboer en haar team wilden die data eerst uit het berichtenverkeer halen, maar dat bleek niet te kunnen. “Met een relatief kleine aanpassing in het cliëntsysteem lukte het wel, waardoor we nu kunnen zien wanneer het kind, de jongere wordt aangemeld en wanneer de behandeling start.”

Dit online aanleverportal en dashboard met kerncijfers levert sinds 2020 elk kwartaal data aan over het aantal jongeren en kinderen die op de wachtlijst staat voor specialistische hulp. De monitor komt tot stand met data van de 15 grootste jeugdhulpaanbieders in de jeugdzorg. “Dit geeft een globaal, grof inzicht hoelang een wachttijd duurt. Op beleidsniveau kun je daar op sturen en ook een aanbieder kan er op inspelen.”

Omdat Rijnmond ook een pilot regio was van Team Aanpak Wachttijden kon daadwerkelijk gevolgd worden wat het effect was in de cijfers. “We zien terug in de monitor dat wachttijden in deze regio afnemen. Soms zie je ook dat de cijfers in de monitor ineens oplopen. En dat is precies wat je wilt; want dat is een signaal om in te grijpen, te sturen of te onderzoeken.”

De monitor draagt bij aan inzicht en overzicht, maar ook aan iets veel ‘softers’. Namelijk: gezamenlijke verantwoordelijkheid. Jeugdhulpaanbieders onderling, maar ook de gemeenten zien de groep wachtenden nu als geheel en voelen zich meer samen verantwoordelijk voelen voor deze kinderen en jongeren.” Idealiter zorgt dit voor een betere dialoog tussen jeugdhulpaanbieders, omdat zij elk kwartaal kunnen zien of het aantal kinderen, jongeren dat wacht op zorg juist toe- of afneemt.

In de toekomst moet het ook inzichtelijk worden voor de jeugdhulpaanbieders onderling bij welke jeugdhulpaanbieder het kind, de jongere staat te wachten. "Je hoopt dat jeugdhulpaanbieders onderling kunnen bijspringen als zij zien dat het bij hun collega-instelling oploopt. Maar dit is nog whisful thinking, omdat sommige kinderen of jongeren zitten te wachten op zeer specifieke zorg van zeer specifieke aanbieders.”

Data geven inzicht en overzicht benadrukt Wildboer. “Maar bovenal zijn ze een middel om met elkaar in gesprek te zijn en te blijven over waar de druk en de knelpunten zitten. En waar er gepraat wordt, kun je ook zoeken naar een oplossing."

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.